Print pagina

De oorlog leeft nog!

Henri Corneillie & Suzanne Levilain

Zegt u waarschijnlijk niets? Best mogelijk want die mensen leefden een heel bescheiden leven.

Hij is mijn overgrootvader (°1893-1972), zij mijn mémé bobonne.

En wat hen zou bijzonder maakt is het volgende:

Hij was soldaat bij de 2de Jagers te voet (ook wel 'Groene Duivels' genoemd) in het Belgische Leger tijdens WO 1. (stamnummer 54262; slag aan de Gete, slag bij Verbrande Brug, Slag bij Eppegem, Slag bij Buggenhout, Slag bij Ertvelde, Slag aan de IJzer, Oud-Stuivekenskerke, Ramskappelle)

Hij was trouwens een van de meest gedecoreerde soldaten uit WO1 en was bijzonder dapper en koelbloedig. Er waren weinig soldaten met zoveel eretekens, Frontkruis, Ridder en officier in de Leopoldsorde, frontstrepen... Medailles gingen in die tijd immers eerst naar de officieren...


Medailles uitgereikt aan Henri Corneillie

Zijn eenheid was zodanig uitgedund dat ze werden herschikt in het 5de Jagers te voet. De jagers waren al meer dan de helft van hun manschappen kwijt; van 54 naar 17 officieren en van 4500 naar 2050 man. Na Oud-Stuivekenskerke bij Diksmuide werden ze samen ingezet met de Franse marine-fusiliers: de 'Pompoms' wegens het kenmerkend rode bolletje op hun muts. Van die laatste 2750 zouden welgeteld nog 2 man de oorlog hebben overleefd. Nadat hij zich meermaals had onderscheiden voor uitzonderlijke moed 'en face de l'ennemie', werd hij zwaar gewond tijdens acties in Boezinge-Lizerne; op amper een boogscheut van de locatie van het wijngoed.

Bij man-tegen-man gevechten had een Duits soldaat hem geraakt in de borst. Het was zijn dagboek die er voor zorgde dat de bajonet niet in zijn hart stak. Zwaar gewond lag hij op het slagveld toen een ontploffende obus niet enkel zijn elleboog eraf schoot maar ook nog eens twee ribben er uit reet. Hij had ook meerdere scrapnell inslagen in zijn lijf.

Toen hij gevonden werd, lapten ze hem wat op in het lokale veldhospitaal, en zo werd hij verder afgescheept. Hij belande uiteindelijk - meer dood dan levend - in Rouen, Hôpital Bons Secours, waar hij bij aankomst bij de stervenden werd gelegd.

Het toen amper 16 jaar oude verpleegstertje Suzanne Levillain, melde de dokters dat die mens nog niet dood was. Het lakonieke antwoord was, dat ze dringender zaken te doen hadden... en als ze er zo mee inzat, dat zij maar voor hem moest zorgen.


Proposition de distinction honorifique établie en faveur d'un militaire grièvement blessé.

Dat deed ze ook, en met heel veel overgave, want ze bracht hem terug, heel letterlijk zelfs, want ze volgde hem naar Vlaanderen en werd mijn overgrootmoeder, mijn mémé bobonne. Florence Nightingale nog voor het bestond, of 'In Vlaamse Velden' maar dan zonder de fictie. Wellicht één van de vele verhalen van de oorlog maar wel een mooi.

Hij was groot-oorlogsinvalide maar samen gingen ze als grensarbeiders weven in textielindustrie in Noord-Frankrijk. Ze liggen samen begraven op het kerkhof van Dadizele.

Zonder die oorlog hadden ze elkaar nooit gekend, en... was ik er ook niet! Mijn oudste zoontje werd naar hem genoemd. En mijn zoontjes noemen mijn moeder nu trouwens ook mémé bobonne. Dat 100 jaar later zijn achterkleinzoon op die plaats een wijngoed is gestart, kan geen toeval zijn.

Op vandaag hebben we nog steeds contact met de nazaten van de familie in Normandie, en worden respectvol wijnen gemaakt op grond die nu heilig is.

Contacteer ons

Tel: +32 484 / 296 333

E-mail: info@zilvercruys.be

Wijngoed Zilver Cruys
Diksmuidseweg 530
8904 Boezinge, België
Toon op een kaart